DE KLANT (fictief verhaal*)
“Schat, ik moet ophangen. Er staat een klant buiten.” Met een sprong staat Stanley rechtop van zijn stoel. Eén hand stopt zijn cellulair toestel in zijn achterzak, terwijl de ander de rommel op zijn bureau haastig opzij schuift. Alvorens hij zich haast naar de deur, werpt hij nog even een blik in de spiegel. Stanley haalt diep adem en strijkt met zijn handen over het hoofd. ‘Dit moet het worden,’ zegt hij tegen zichzelf. Intussen loopt de klant wat rond op het terrein van Stanley’s Used Cars. Zijn ogen vallen op een Mazda Millenia ’99. “Kan ik u ergens mee helpen?” vraagt Stanley op overdreven beleefde toon, terwijl hij aan de onderkant van zijn hemd trekt om de plooien glad te krijgen. Half voorover gebogen, met een hand steunend op de motorkap, kijkt de man even op en gesticuleert twijfelend met de andere. Als hij overeind staat, ontsnapt een zucht. De man zegt niks; hij kijkt alleen maar met gefronst voorhoofd naar het donkerkleurige voertuig. Door de zonnebril op zijn neus val...